Diep duiken in de KV en met Spinoza als calvinist bovenkomen
Net zoals ik in het vorige blog de hoofdstukken in The Young Spinoza die over de TIE handelden, wilde ik die over de Korte Verhandeling ook samen aan de orde
stellen. Maar er is er één dat er zo uitspringt, dat ik het apart neem:
Russ Leo, “Spinoza’s Calvin: “Reformed Theology in the Korte Verhandeling van God, de Mensch en Deszelfs Welstand.”
Het is een kant van de KV waar je betrekkelijk weinig over hoort of leest. Ik herinner me niet daarover ook maar iets vernomen te hebben in de VHS-zomercursus over de KV, enige jaren terug.
Toen Spinoza uit de joodse gemeenschap stapte (waaruit hij ook verbannen werd, maat ik zie het initiatief bij hem liggen), bereidde hij zich intensief voor als lenzen slijpend filosoof. Hij leerde Latijn, bestudeerde Descartes en het cartesianisme van zijn tijd. Maar hij verdiepte zich ook diepgaand, wie weet koortsachtig, in het geloof van zijn nieuwe omgeving. Dat blijkt uit de werken die hij in zijn bibliotheek had: vele Bijbel-edities, een editie van de werken van Augustinus, Aquinus e.a. en de Institutio van Calvijn, hét calvinisme-handboek. Het blijkt ook uit zijn Korte Verhandeling, waarvan Leo in een gedegen, maar zeer leesbare verhandeling laat zien, hoe Spinoza zich met a.h.w. de Institutio op tafel, keurig houdt aan de volgorde van behandeling en de taal van protestantse geloofszaken: eerst dát God is, dan wát God is; eerst Gods voorzienigheid, daarna pas zijn Predestinatie en zo meer.
En uiteraard, anders zou hij Spinoza niet zijn, gaf hij er wel steeds zijn eigen draai aan. Het is frappant zoals Leo kan laten zien hoe Spinoza zich in de KV hield aan zijn eigen leefregel uit de TIE: “naar het begrip van het volk te spreken en te handelen voor zover ons dat niet belet om ons doel te bereiken.” Zo goed lukte hem dat blijkbaar dat Willem van Blyenbergh (die de KV niet gekend zal hebben) hem calvinistischer dan Calvijn kon noemen.
Het is goed dat The Young Spinoza een hoofdstuk als dit heeft. Russ Leo heeft zich duidelijk erg diep in de KV verdiept. Hij maakt gebruik van de Nederlandse editie van de Korte Verhandeling van Filipo Mignini die hij ‘superb’ noemt (iets wat ik hem niet kan nazeggen vanwege die stupide keuze voor alleen maar ÿ’s) en introduceert diverse contemporaine literatuur. De NDPR-reviewer is wat zuur over dit hoofdstuk: "is learned and informative; but its fascination with small details overburdens the work." Ik dacht al bij de vele citaten in het 17e Nederlands, dat het stuk voor Engelstaligen wellicht lastiger leesbaar wordt; misschien steekt dat achter deze opmerking.
Opvallend leek me aanvankelijk dat een van de weinige teksten over dit calvinistische aspect van de KV, J. Martin Bac's Perfect Will Theology: Divine Agency in Reformed Scholasticism as Against Suárez, Episcopius, Descartes, and Spinoza [BRILL, 2010] niet wordt genoemd of in de bibliografie vermeld, maar dat komt waarschijnlijk doordat beiden in hetzelfde jaar promoveerden en Bac’s boek in 2010 verscheen nadat Leo zijn studie met zijn dissertatie had afgerond; hij zal voor dit hoofdstuk geen nieuwe research hebben gedaan.
Iets uit zijn dissertatie had ik al eens in een blog gebruikt:
Russ (Russell Joseph) Leo: Affect
before Spinoza: Reformed Faith, Affectus,
and Experience in Jean Calvin, John Donne, John Milton and Baruch Spinoza.
Dissertation, Duke University, 2009 [hier &
PDF]
Hoe verder ik op weg raak in The Young Spinoza en daarbij dit soort boeiende hoofdstukken tegenkom, hoe enthousiaster ik over het boek word. U hoort er later meer over.

