Gerhard Merz' 'archipittura': De ordine geometrico (1990)
in 1990 had Gerhard Merz, die woont en werkt in Berlijn, in Galerie De Appel een kunstwerk ingericht dat architectonisch, door gebruik van rechte vlakken in een asymmetrische compositie en het gebruik van primaire kleuren, refereerde aan de principes van De Stijl en via deze naar Spinoza. De expositie van de Duitse kunstenaar Gerard Merz (1947) ‘archipittura’: De ordine geometrica, ging van 12 mei — 24 juni 1990 in Galerie De Appel in Amsterdam.
Merz gaf er de voorkeur aan zijn werk – zijn ‘interventions in a given space’ – geen installaties te noemen, maar 'archipittura', een term uit het Italië van de jaren dertig waarmee een integratie van schilderwerk en architectuur in een strikte vorm gekarakteriseerd werd. (uit de convocatie). Dit archipittura-‘format’ volgde hij van 1988 tot 1994.
De verwijzing naar Spinoza in De Appel was trouwens wel heel uitdrukkelijk door het gebruik van de toevoeging aan de titel van de Ethica: Ordine Geometrico demonstrata (in meetkundige trant uiteengezet).
In het blog van gisteren heb ik deze verbinding tussen De Stijl en Spinoza besproken, gebruikmakend van een bespreking door kunstfilosofe Cornée Jacobs in het Utrechts Nieuwsblad van 23 mei 1990. Uit datzelfde stuk haal ik ook voor dit blog enige delen aan.
Jabobs: Merz liet de ramen achter witte wanden verdwijnen en verving het daglicht door rechte lijnen wit neonlicht. Aan deze ruimte voegde hij een paar dingen toe: voor een lange wand werd een rode bakstenen muur gemetseld; op een andere wand hing een agressief stralend geel monochroom; voor de binnenramen die een verbinding vormen tussen de beneden en de bovenverdieping, waren blauwe ruiten gezet. En op een wand is in strakke zwarte letters geschilderd: “De ordine geometrico”. Kortom: Spinoza in een De Stijl-trant.
Deze moderne kunst blijft alleen in dit soort beschrijvingen en in foto's, weblogs en herinneringen bestaan. Dit verschijnen en (haast) verdwijnen en overgaan in andere modi maakt dit soort installatiekunst ook wel heel spinozistisch te duiden. Dit even in 't voorbijgaan...
Merz vertelde: “Wij lazen op de kunstacademie al Spinoza en niet omdat wij ons zo voor zijn filosofie interesseerden, maar om het werk van De Stijl beter te kunnen interpreteren.” De rationele kant van De Stijl vindt in het filosofische hoofdwerk van B. de Spinoza, de Ethica, een belangrijke bron. Daarover ging het blog van gisteren.
Jacobs schrijft: Merz zou niet zozeer geïnteresseerd zijn in de metafysica van Spinoza of van de De Stijlmensen: “Daarmee boeien ze me niet, maar om datgene wat ze hebben gemaakt en de kracht waarmee dat is gebeurd.” En zij schrijft: Merz is op zoek naar die innerlijke kracht van De Stijl-principes en de filosofie van Spinoza. Het gaat volgens hem om eenzelfde soort kracht – een esthetische kracht. Deze kracht is volgens hem “bij het schrijven van een filosofie of een natuurwetenschapelijke theorie en bij het maken van een kunstwerk of een auto” niet wezenlijk van elkaar te onderscheiden.
Gerhard Metz, rote Wand [van flickr]
In Merz’ werk gaat het niet over verhoudingen tussen kleur, vorm en materiaal. “Het gaat in mijn werk niet om symbolen of mystiek maar om de reële werking en die moet je voelen,”aldus Merz. Merz vindt kennelijk dat de kunstopvattingen van De Stijl nog steeds betekenis hebben. Het is inderdaad de vraag of alle consequenties van de vernieuwingen van De Stijl inmiddels zijn doordacht. Of de verleidelijke ruimte van Merz hier veel aan opheldert weet ik eigenlijk niet. Juist zijn verlokkende mooie ´archipittura´ brengt me aan het twijfelen." Tot zover de kunstfilosofe en recensente Cornée Jacobs in 1990.
De Appel heeft op z’n website nog twee foto’s, waarvan ik er hierboven één overnam; daarmee was het geciteerde artikel geïllustreerd, maar dan in zwart wit. En er staan enige teksten, waaruit ik de volgende citaten neem:“Gerhard Merz is not afraid of being dismissed as unoriginal for building on a foundation of existing vocabularies. 'Linking art to originality is a fallacy. What matters is creating a situation in which reason is the norm and which raises the issue 'how can some- thing be ideal?'” (Invitation text by Saskia Bos)
''There is no self-realization in art. That's something for unhappy people.’ This was said by the German artist Gerhard Merz (born 1947) in an interview recently. In Merz's installations there is a complete lack of personal expression and painting is reduced to a composition of areas of colour. The texts, images and objects that Merz uses are laden with meanings from the past. Some see them as symbols with a universal power, while for others their application in history gives them a bad taste. According to Merz, what is created in an installation where architecture and image harmonize is not a decor but a reference to universality. Nor is the final form a question of a new creation by an artist, whose personal feelings should in fact be formless. Merz compares it with the difference between a spoken 'a' and a written 'a'. 'The sound 'a' is inside you without form, but if you want to write something has to be ordered. [...] Language does not exist in us as form. Feelings, which are shared after all by billions of people, are nothing special and are not worthy of art. That would mean underrating other people. What we are dealing with is a world of art forms, and that's a fixed programme.' (Gerhard Merz, Kunstforum, 92 (December 1987 / January 1988), pp. 176-187.)Verdere informatie
Hier bij DePont méér over Merz’ kunstopvattingen.
Op de pagina over hem op de Duitse wikipedia wordt de ‘archipittura’: De ordine geometrico niet genoemd; een extra reden om er hier op dit weblog wel aandacht aan te geven.
Veel info over Merz is te vinden op Kunstbus.
Reacties
Mijn complimenten voor de twee uiteenzettingen / presentaties over de relatie tussen DE STIJL en Spinoza.
Wim Klever 31-03-2009 @ 09:41