Habemus enim ideam veram (TIE 33)
Want wij hebben een waar idee...
Tot heden heb ik altijd tegen deze korte passage zitten aanhikken. Wat kon Spinoza daarmee toch bedoeld hebben? Het staat daar zo simpel, als een stellige waarheid in een tussenzinnetje tussen haakjes in deze grotere zin:
Idea vera (habemus enim ideam
veram) est diversum quid a suo ideato...
Een waar idee (wij
hebben immers een waar idee) is onderscheiden van zijn ideatum (=
datgene waar het het idee van is).
Het gaat Spinoza in die paragraaf om het toelichten van het fundamentele verschil tussen een idea en z'n ideatum; en hij doet dat aan de hand van de cirkel.
De Dijn schrijft in The Way to Wisdom dat dat zinnetje tussen haakjes "is affirmed without more ado." (p. 77), meer horen we er niet over, behalve dan dat Spinoza in een noot bij de volgende paragraaf aangeeft dat de kwestie hoe de prima essentia objectivus nobis innata sit (hoe de eerste objectieve essentie ons ingeboren is) tot het onderzoeken van de natuur behoort. Dat komt dus later in zijn filosofie.
Dit wordt i.h.a. zo gelezen dat Spinoza (net als Descartes) t.t.v. de TIE uitgaat van het bestaan van aangeboren ideeën. Zo, als meervoud leest ook Klever het in zijn toelichting: "Mensen hebben allemaal een of meer ware ideeën." Mij helpt dat niet verder en ik blijf twijfelen over hoe Spinoza het daar bedoelt.
Ik wijs erop dat het in het
tussenzinnetje en in de noot in enkelvoud staat.
Ik vroeg mij
lange tijd af of - en ben inmiddels tot de overtuiging gekomen dat
Spinoza het hier al bedoelt zoals hij het in de Ethica 2/11 en 13
samengenomen brengt: het eerste dat de geest is, is het idee van het
lichaam, dat wil zeggen de adequate dus ware idee die ons
lichaam-geest uitmaakt.
We moeten het betreffende zinnetje in de TIE dan dus niet lezen als een idee dat we zelf (met ons intellect dat we hebben als vis nativa) gevormd hebben of in ons aantreffen, waar we ons bewust van zijn en dat we kunnen navertellen. Nee, het is het idee van het lichaam, ofwel de geest die we hebben/zijn.
Uiteraard kan Spinoza zeggen dat we dat ware idee hebben, maar dat is dan een hebben in de betekenis van dat we een lichaam en geest hebben - dat we een eenheid vormen die samengesteld is uit een lichamelijke en een geestelijke kant.
Maar, zoals in de Ethica zal blijken, moeten we dat niet lezen als ons bewuste idee van ons lichaam en onze geest, want die gaan we pas leren kennen door de aandoeningen die we ondergaan (vanaf E2/19). Die eenheid van corpus en idea corpus samengenomen vormt daarvoor de mogelijkheidsvoorwaarde (om het op z'n Kants te zeggen).
Dat Spinoza het in de TIE al zo bedoelt (alleen dat niet de plaats vindt om dat te behandelen en wellicht ook omdat hij er op dat moment nog niet de juiste woorden en aanpak voor heeft), blijkt uit het voorbeeld in de volgende paragraaf (34), waar hij Piet en de idee (= de objectieve essentie) van Piet en de idee daar weer van etc. behandelt. Spinoza beschrijft dat vanuit het 'objectieve' (goddelijke-natuurlijke) standpunt en niet vanuit het subjectieve perspectief van Piet en het idee wat die over zichzelf zou hebben; hij kent zichzelf immers nog nauwelijks.
Het ware idee van het Ideatum Piet overstijgt de subjectieve beleving van Piet, maar is wel een reëel kenmerk of eigenschap die Piet (als vis nativa) van de natuur meekreeg.
Habemus enim ideam veram, moeten we dus niet lezen als een (subjectief) idee dat wij hebben (zelf vormen, resp. in ons aantreffen), maar als het objectieve ware idee (objectief nu in onze tegenwoordige betekenis) dat onze geest uitmaakt en waarmee we aan de slag kunnen gaan om onze ervaringen te ondergaan, te voelen, te duiden en te begrijpen - kortom er ideeën mee te vormen.
Zo heb ik het nog niet eerder ergens uitgelegd gezien, maar op deze manier wordt dat zinnetje voor mij wel intelligibel. *)
Dit blog is in zekere zin een voortzetting van het blog van een maand geleden: Geest is de idee van het lichaam.
Stan Verdult
Idea vera data?
______________________-
*) Aanvulling en correctie 20 januari 2014
Tot mijn vreugde kom ik een "ondersteunende" tekst tegen in Wolfgang Bartuschat's Baruch de Spinoza en wel in de paragraaf over "Inadäquate Erkenntnis" op p. 89. Ik citeer de hele alinea:
"Allerdings ist das "Haben" von etwas (das lateinische habere) terminologisch nicht eindeutig. Zo erläutert Spinoza den Tatbestand der Empfindung unseres Körpers auch durch die Formulierung, daβ wir Ideen von den Affektionen des Körpers haben (II, 13d), was ledichlich beteutet, daβ der menschliche Geist sich aus solchen Ideen zusammensetzt. Und wenn Spinoza in der "Abhandlung über die Verbesserung des Verstandes" zu Beginn des Ontologie-Abschnittes mit Selbstverständlichkeit sagt, daβ wir eine wahre Idee haben (TIE 33), dann meint er damit lediglich, daβ uns, sofern wir nur vorstellen, eine Idee gegeben ist, die als Produkt der göttlichen Kausaliteit wahr ist. So verstanden ist eine Idee in ihrem Ursprung unabhängig von unserer Aktivität. Genau dies bringt die Bestimmung des menschlichen Geistes, eine Idee bloβ zu sein, mit der Spinoza seine Erkenntnistheorie eröffnet, zum Ausdruck. Wenn er gleichwohl dem Geist ein Bilden von Ideen zuspricht und diesen Akt in die Definition von Idee eingehen läβt, dann betrachtet er die Idee unter dem Aspekt, daβ sie auch etwas für den menschlichen Geist ist, der sie begreifen kann. Und allein dies ist unter Aktivität des Geistes zu verstehen: nicht daβ er Ideen hervorbringt, sondern daβ er sie, die unabhängig von ihm sind, begreift. Weil dieses Begreifen ein von ihm ausgehender Akt ist, weiβ er in diesem Akt Ideen als seine Ideen, worin er sie in einem strengen Sinne "hat". (p. 89-90)
Deze tekst had ik eerder gelezen, maar was mij toen nog niet duidelijk, dan nu ze bij herlezing (na mijn eigen worsteling die tot dit bloig leidde) mij zeer opvalt. Ik ben het hier volledig mee eens: zo bedoelde ik het hier.
Er was dus al wél eerder iemand voor mij die deze samenhang tussen TIE33 en E2/11 heeft gezien...


Reacties
Stan, ik ben het helemaal eens met je analyse en conclusie. En zo levert jouw blog weer een bijdrage aan de interpretatie van Spinoza's teksten.
Doorslaggevend vind ik dat Spinoza als voorbeeld van de ware idee uit 33 het voorbeeld geeft van Piets ware idee (34). Die ware idee is 'Piets objectieve wezen'. Ik vraag me alleen af Spinoza de term 'objectief' gebruikt in de zin die jij aangeeft. Ik denk eerder dat hij bedoelt, overeenkomstig het gebruik in die tijd, Piets wezen zoals het zich manifesteert in het attribuut Denken, d.w.z. 'objectief' (als object van het denken). Dit i.t.t. Piets 'formele' wezen. Maar dit verandert niets aan de argumentatie en conclusie.
henk keizer 06-01-2014 @ 17:10
Henk, helemaal eens: zo gebruikt Spinoza 'objectief' (een reële zaak, voor zover die object is in het denken; als 'object' of inhoud van het denken is het dus die zaak zelf niet meer, maar idea of 'objectieve essentie'). Ik vreesde al dat het riskant kon zijn dat ik in mijn blog overging naar het gebruik van objectief sinds Kant, maar verwachtte dat kenners (zoals jij) dat wel zouden doorzien.
Stan Verdult 06-01-2014 @ 17:16
Wat in elk geval duidelijk is: 'Piets objectieve wezen' is niet een idee die Piet in zijn geest heeft. En daar ging het om bij de interpretatie van 'habemus enim ideam veram'.
henk keizer 06-01-2014 @ 17:37
Precies
Stan Verdult 06-01-2014 @ 18:05
Blog aangevuld met een tekst die ik tot mijn vreugde vandaag in Bartuschat las.
Stan Verdult 20-01-2014 @ 16:53