Halve waarheid over ‘tweede heilsweg’ is hele leugen
Bij het herlezen van de TTP (zie het blog van maandag) zeurde a.h.w. ook in mijn achterhoofd de vraag mee naar hoe duidelijk er in de TTP een lijn van een zgn. ‘tweede heilsweg’, zoals De Dijn die omschrijft, te vinden is.
Over die twee ‘heilswegen’ die De Dijn bij Spinoza onderkent, is flink wat te vinden in zijn boek Spinoza. De doornen en de roos, maar schreef hij ook een heel informatief en zeer leesbaar hoofdstuk “The good and the true - Salvation in the TTP and the Ethics.” 1)
Die twee wegen die hij daarin beschrijft zijn 1) die van de streving naar almaar meer en betere kennis, uitmondend in de acquiescentia via de scientia intuitiva; deze weg wordt beschreven in de Ethica; en 2) die van het leven van een religieus leven in een oprecht en eenvoudig geloof; en die weg zou worden beschreven in de TTP. Ook die tweede weg zou tot vrede van de geest kunnen leiden. Een waar religieus leven heeft alle kenmerken van een deugdzaam leven, ver verwijderd van hoop en vrees en ook zonder doel buiten zich; een leven vanuit een vertrouwen in Gods hand te zijn.
Twee wegen dus, twee praktijken van deugdzame activiteit, die leiden tot gemoedsrust en vrede van de geest. Is er verschil? Ja, de weg van de intuïtieve kennis is superieur, want de andere is riskanter, daar er op die weg snel superstitie kan ontstaan, bijvoorbeeld door de verlokkingen van het antropomorfisme.
Er staat uiteraard veel meer in dat artikel van zo’n zeven bladzijden, dat vol bewijsplaatsen en kleine uitwijdingen staat, maar hier komt het in hoofdlijnen wel op neer.
Kun je nu zeggen en zou De Dijn kunnen beweren dat het Spinoza in de TTP om deze tweede weg van een bloeiend vroom leven gaat? Niet echt. Het gaat in de TTP om het aangeven van de voorwaarden voor een vredig leven in de staat en daartoe verkent Spinoza de verhouding tussen godsdienst (theologie) en filosofie enerzijds en tussen godsdienstige praktijk en de staat anderzijds. En passant komen ook wel dingen aan de orde die De Dijn eruit vist, maar hij doet dat op een manier die suggereert alsof het Spinoza om een heel andere boodschap gaat.
Kun je dan zeggen dat Spinoza de uitleg die De Dijn geeft, zou ontkennen en dat het dus niet waar is? Ook dat weer niet, want, zoals ik zei, tussen neus en lippen komt wat De Dijn uit de TTP destilleert als ‘druppeltjes Spinoza’ te voorschijn. En toch valt op die druppeltjes een beetje vals licht.
Het gaat Spinoza in de TTP om politiek, om de vrede en het welzijn in de staat. Daar richt hij alle aandacht op. En zo bezien is het wel heel merkwaardig dat De Dijn in dit stuk de politieke staatsgemeenschap en de verplichtingen van de godsdienstige burger daarbinnen, in het geheel niet noemt. Hij individualiseert en tovert die druppeltjes geïndividualiseerd uit de tekst te voorschijn, waarbij die politieke context uit beeld verdwijnt.
Zo gebruikt De Dijn aan het begin van zijn artikel de onderscheidingen die Spinoza in hoofdstuk III § 5, maakt tussen materiële en geestelijke zaken, waaronder wat de laatste betreft deugd en goddelijke kennis (die vooral van interne invloeden afhangen) en wat de eerste aangaat lichamelijke zekerheid en fysiek welbevinden horen (vooral afhankelijk van externe invloeden), onderscheidingen die Spinoza invoert om het vervolgens vooral over het belang van de goede staatsgemeenschap te hebben, waarop hij verder doorgaat. Maar De Dijn gebruikt die onderscheidingen om zijn eigen wegwijzers op te richten van individuele mogelijkheid om een gelovig deugdzaam en voorspoedig leven te leiden.
Dat lijkt best vernuftig gedaan, maar geloof vraagt wat Spinoza betreft om gehoorzaamheid en vroomheid en dat betreft werkzaamheid (hetgeen iets anders is dan waarheid). Over de manier waarop die gehoorzaamheid in de staat gestalte kan krijgen, hoe die werkzaamheid wordt aangestuurd door de staatsoverheid, heeft Spinoza veel te zeggen. De Dijn zegt van alles over die ‘tweede weg’, die loopt via een religieus leven door gehoorzaamheid aan God, door rechtvaardigheid en naastenliefde, wat allemaal klopt met Spinoza; maar met geen woord vermeldt hij dat Spinoza, telkens als hij het daarover heeft, naar de staatsgemeenschap verwijst: die maakt immers uit wat rechtvaardigheid is en hoe je naastenliefde kunt betrachten.
En passant vermeldt Spinoza de te bereiken gemoedsrust ook voor de eenvoudige gelovige, maar het gáát bij hem om het welzijn en de rust van de gemeenschap.
Ik geef ter illustratie slechts één zo’n plaats. In hoofdstuk 14 § 17 schrijft Spinoza
|
“… zodat niemand anders dan op grond van gehoorzaamheid gelovig is. Daarom geeft niet hij die de beste redenen laat zien, noodzakelijkerwijs ook blijk van het beste geloof, maar hij die de beste werken van gerechtigheid en liefde laat zien. Hoe heilzaam en hoe noodzakelijk deze leer in het staatsleven is, opdat de mensen vreedzaam en eendrachtig leven, hoeveel en hoe gewichtige oorzaken van beroeringen en misdaden zij vroegtijdig voorkomt, laat ik allen ter beoordeling over.” |
Met geen woord rept De Dijn daarover. Elk politiek aspect heeft hij systematisch weggelaten. Alsof de TTP niet zozeer een politiek-ethische gedragsleer heeft beschreven, maar een individuele gedragsleer voor de eenvoudige vromen, net zoals de Ethica zo’n gedragsleer heeft geschreven voor de verstandigen en wijzen.
Maar ware godsdienst bestaat voor Spinoza (zoals hij uit de Bijbel haalt) uit rechtvaardigheid en naastenliefde en wat dat is bepaalt de gemeenschap. Nog een citaat van Spinoza, nu uit het 20e hoofdstuk:
|
En wat de vroomheid betreft […] bestaat zij in haar hoogste vorm als zij in relatie tot de vrede en de rust van de staat wordt betracht.” |
Spinoza wordt door De Dijn steeds slechts voor een stukje geciteerd en daarmee worden diens bedoelingen tekort gedaan en verminkt. De Dijn geeft een halve waarheid en een halve waarheid is zoals bekend een hele leugen.
Noot
1) Herman De Dijn, The good and the true - Salvation in the TTP and the Ethics. In: in Czelinski, M., e.a. (Ed.), Transformation der Metaphysik in die Moderne. Zur Gegenwärtigkeit der theoretischen und praktischen Philosophie Spinozas, Manfred Walther zum 65. Geburtstag. Würzburg: Königshausen und Neumann, 2003, S. 78 – 87Dit is momenteel in z’n geheel te lezen bij books.google. Ik zeg ‘momenteel’, want Google.books verandert regelmatig wat. Zo was eerder het hoofdstuk van Piet Steenbakkers over Schopenhauer in dit boek bijna in z’n geheel te lezen, terwijl er nu helemaal niet meer bij te komen is.


Reacties
Heel juist, Stan, leg de bijl aan de wortel van dat abjecte 'twee heilswegen verzinsel' van Herman de Dijn, dat ik in mijn door hem verfoeide DEFINITIE VAN HET CHRISTENDOM. SPINOZA'S TTP OPNIEUW VERTAALD EN TOEGELICHT (1999; thans opnieuw beschikbaar bij Eburon onder andere titel) ben beginnen te besstrijden. Die VERKEERDE interpretatie van Spinoza's standpunt wordt klakkeloos en hersenloos overgenomen door een hele serie Spinozahuis-klanten (Akkermans, Van Bunge, Van Reyen etc), terwijl die in het buitenland bij eminente Spinoza scholars niet eens overwogen wordt als een serieuze theorie; het is daar volslagen onbekend. Het zou de aanhangers van de 'twee heielswegen' sieren, als zij eens de moeite namen om met argumenten te komen, die ergens op lijken, in plaats van maar steeds kiekeboe te spelen alsof er niets aande hand is. Of is dit forum hun te min? En blijven zij liever in hun beschermde omgeving waar zij niet (kunnen) worden tegengesproken?
wim klever 11-12-2010 @ 14:24
Stan,
Ter adstructie had je ook nog TTP3.3 kunnen aanvoeren, waar Spinoza een aantal theologische termen op natuurkundige wijze definieert:
Gods leiding = de natuurwetten
Gods kracht = de kracht van de natuurlijke dingen
Gods inwendige hulp = alles wat de menselijke natuur kan doen met behoud van zijn bestaan
Gods uitwendige hulp = alles wat krachtens uitwendige oorzaken tot nut van de mens strekt
Gods uitverkiezing = iedereen brengt alleen iets tot stand op grond van de tevoren gedetermineerde orde van de natuur = Gods leiding en besluit
Het lot = Gods leiding, voorzover zij door uitwendige en onvoorziene oorzaken de menselijke dingen bestuurt
Duidelijker kan het haast niet.
Adrie Hoogendoorn 11-12-2010 @ 18:46
Klopt, Adrie, heb ik allemaal recent weer gelezen. Maar ik wilde zo dicht mogelijk blijven bij de verwijzingen van De Dijn naar de TTP - bij de passages waar hij zijn 'heilsleer' uit destilleert.
Stan Verdult 11-12-2010 @ 19:12
Nog even over De Dijn's geschifte onheilsleer, die door Spinoza zelfs expressis verbis wordt weersproken. Zie daarvoor brief 73, waarin Spinoza, sprekend over 'Gods eeuwige wijsheid' aan Oldenburg uitlegt "dat niemand hierzonder (NEMO ABSQUE HAC) tot de staat van gelukzaligheid kan komen". Het eenvoudige geloof as such volstaat daartoe niet. Deze eeuwige wijsheid gods valt samen met onze elementaire en algemene natuurkunde die iedereen gedurende zijn leven deelachtig wordt en welks ontwikkeling Spinoza in de ETHICA beschrifjt en verklaart. Voor nadere uitleg van dit brief-fragmentje verwijs ik de geinteresseerde lezer naar O. Proietti, AGNOSTOS THEOS. IL CARTEGGIO SPINOZA-OLDENBURG (1675-1676)(2006, p. 156).
wim klever 17-12-2010 @ 16:52