Harold Foster Hallett (1886 - 1966) idiosyncratisch Spinoza geleerde

Opmerkelijk te ontdekken – nu ik mij enige dagen bezig houd met H.F. Hallett's 1957-boek over Spinoza dat mij intrigeert waardoor ik meer over hem te weten wil komen – dat er geen enkele pagina over deze Engelse Spinoza-geleerde bestaat. Met veel moeite en door gericht te blijven zoeken kon ik enige gegevens bij elkaar sprokkelen, maar tot heden niet z'n geboortedatum en nauwelijks biografische gegevens. Maar ik vond toch iets. Ik had eerder al twee blogs over zijn tekeningen van Spinoza (hier en hier).

Correctie (binnen enkele uren). Hoe ik dit kon schrijven... zojuist ontdek ik dat er wél pagina's met gegevens zijn [gelukkig maar: hier op wiki, en hier en hier]. [M'n enige verklaring kan zijn: ik had dagenlang problemen met Explorer en Chrome waarop ik steeds werd "aangevallen"... en werk nu met Mozilla Firefox, ongestoord wat hopelijk zo blijft].
De data van Hallett zijn dus wél bekend. Ik had z'n geboortedatum benaderd tot op 'voor 1890' - het blijkt 1886 te zijn. "Harold Foster Hallet was born in 1886, and was an engineering pupil at the work and shipyard of Messrs Young and Co at Poplar from 1904 to 1908, during which time he gained a BSc in Engineering from the University of London. In 1912 he gained an MA in Mental Philosophy from the University of Edinburgh, and went on to become a Lecturer in Logic, and Assistant in Logic and Metaphysics (1912-1916) and an Assistant in Moral Philosophy, 1915-1916. In 1919 Hallett was appointed Assistant Lecturer, 1919-1922, and Lecturer, 1922-1931, in Philosophy at the University of Leeds. He became Professor of Philosophy at King's College London from 1931 to 1951. Hallett was also the British Secretary of the Societas Spinoza, 1929-1935, Chairman of the Board of Philosophical Studies at the University of London, 1935-1945, and the author of numerous books and articles on philosophy." [tot hier de inlas van hier] Hierna gaat het oorspronkelijke blog verder.

Opmerkelijk is ook dat je hem nauwelijks geciteerd ziet en nergens serieus behandeld. Ik kon, naast enige recensies, slechts één boek vinden dat zijn Spinoza-uitleg behandelt (daar kom ik later op). Kun je daar uit afleiden dat men hem té idiosyncratisch vond en hem daarom maar links liet liggen?

Hubbeling verwijst naar hem in zijn Spinoza's Methodology, waarin hij Spinoza's notie potentia heel mager in een korte paragraaf behandelt en dan verwijst naar Hallett: “We also find a dynamic interpretation of Spinoza in H.F. Hallett, Benedict de Spinoza, London, 1957. Substance as cause is thus absolute free action of creation: it is not a thing, but selfrealizing and selfmanifesting agency (o.c. p. 13). Essence is not mere concept, but potency (o.c., 26). [..]” Het is juist dit dynamische en dit zeer centraal stellen van het begrip potentia als de essentie van de Substantie, die mij zo boeiend lijkt. Maar op zijn Spinoza-toelichting kom ik nog, eerst wat ik vond aan biografische gegevens.

Bij Hathitrust vond ik hetvolgende:

A. Seth Pringle-Pattison (lid van de British Academy, emeritus professor logica en metafysica aan de universiteit van Edinburg) hield The Gifford Lectures, 1912 en 1913, “The Idea of God in the Light of recent philosophy.” In het voorwoord van de gedukte versie dankte hij o.a. Mr. H. F. Hallett, M.A., who read the whole in proof. [Cf.] En toen deze als emeritus hoogleraar in 1922 weer The Glifford Lectures aan de Universiteit van Edinburgh hield, nu over “The Idea of immortality," dankte hij “Mr. H. F. Hallett, my former Assistant, now Lecturer in the University of Leeds. [Cf.]

We leren hieruit dat Hallett in ieder geval in 1912 z'n MA filosofie had, assistent van A. Seth Pringle-Pattison in Edinburgh was en in 1922 lector was aan de Universiteit van Leeds. Ik schat dus in dat hij ergens vóór 1890 geboren moet zijn.

Intussen was ik tegengekomen dat Halletts artikel “On a Reputed Equivoque in the Philosophy of Spinoza,” dat verschenen was in The Review of Metaphysics, [Vol III, 1949-50] was opgenomen in de verzamelbundel van S. Paul Kashap, Studies in Spinoza, Critical and Interpretive Essays [University of California Press, 1972, waarin het te vinden is op p. 168 – 188 cf books.google ; het staat ook op de Russische site van Maidansky]. Ik hoopte dat Kashap informatie over de auteurs had en inderdaad is daar te lezen:

Harold Foster Hallett, who died in 1966, was Professor of Philosophy (1931-1951) in the University of London, Kings College, and British Secretary of Societas Spinozana (1929-1935). Among his publications are Aeternitas: A Spinozistic Study (1930), Benedict de Spinoza: The Elements of His Philosophy (1957), and Creation, Emanation and Salvation: A Spinozistic Study (1962).”

Zo weten we al heel wat meer. En passant er even naar gekeken, maar aan het Chronicon Spinozanum leverde Hallett geen bijdrage. De website van Kings College London liet vele Halletts zien maar niet de H.F. die ik zocht, maar gaf één hit op Harold Foster Hallett in een verhaal over

Philosophy at King’s College London – a History

The outbreak of war effectively closed the department – King’s philosophy had no students at all between 1939 and 1945. (The Psychology Department fared worse, and disappeared completely in the move to Bristol, never to reopen.)
However the Spinoza scholar Harold Foster Hallett, who had joined the Department before the war, remained active during this time, publishing in Mind and presenting to the Aristotelian Society. By the end of the 1940s the Department began to regroup and by 1950 there were 16 King’s students.
Hallett retired in 1951 and John Niemeyer Findlay joined the department in his stead, quickly followed by Godfrey Vesey in 1952. [Cf.]

Als we zouden weten op welke leeftijd Hallett emeriteerde zouden we z'n geboortejaar kunnen vinden: was het met 65 dan zou hij in 1886 of met 70 dan in 1881 geboren zijn. Ik houd het dus maar op 'voor 1890'.

Nog eens zijn werken inzake Spinoza op een rijtje

"Spinoza’s Conception of Eternity" [in: Mind, Vol. 37, No. 147 (July, 1928), te vinden op de website van Maidansky.]

Aeternitas: A Spinozistic Study. The Clarendon press, 1930 - pp. 344

F. Pollock schreef op 29 augustus 1931 aan Oliver Wendell Holmes, Jr.: "I am carrying about a very solid and rather long-winded study of Spinoza's philosophy... called Aeternitas, by one Hallett (The Pollock-Holmes Letters. Hallett citeert dit zelf in

• “On a Reputed Equivoque in the Philosophy of Spinoza,” [in The Review of Metaphysics, Vol III, 1949-50] opgenomen in de al genoemde reader van Kashap, die hierover schrijft: “Hallett bespreekt en verheldert het gelijkluidende gebruik dat Spinoza van de term idea maakt, als zowel het mentale correlaat van een bepaalde fysiologische staat van het lichaam van de waarnemer alswel van een extern object. Hij verdedigt Spinoza tegen verkeerde interpretaties van een van zijn belangrijkse begrippen van zijn kennistheorie. Ook werpt hij licht op de moeilijkheden betreffende de causale theorie van waarneming.” Het artikel is eveneens te vinden op de site van Maidansky.

"Dr. Johnson's Refutation of Bishop Berkeley," [in: Mind, lvi (April, 1947), 132-147. [betr. Samuel Johnson] 

Hallett schreef zijn mogelijk belangrijkste werken over Spinoza tijdens zijn emeritaat:

Benedict de Spinoza: The Elements of His Philosophy (University of London, Athlone Press, 1957),

Creation, Emanation and Salvation: A Spinozistic Study (Den Haag, Martinus Nijhoff, 1962. 234 pp). - [Springer Science & Business Media, 2012 - books,google]

In zijn review van deze boeken in The Philosophical Quarterly [Vol. 13, No. 52 (Jul., 1963)], omschreef A. G. Wernham hem als doyen [nestor] of British Spinozists.

• “Über das vermeintlich Unmoralische von Spinozas politischer Theorie” [in: Siegfried Hessing (Ed.), Spinoza, Dreihundert Jahre Ewigkeit. Spinoza — Festschrift 1632–1932. 1962, pp 68-72]. Cf. Springer alwaar de volgende Zusammenfassung: “Spinozas Kritiker haben oftmals seine Identifizierung von «Naturrecht» und «Naturvermögen» als eine ziemlich hinreichende Ursache mit Beschlag gelegt, um seine politische Theorie als grundlegend unmoralisch zu verwerfen. Frühere Fragen nach dem: Warum so?, nach dem: Wenn schon? und nach dem: Mit welchen Befähigungen?, sind alle insgesamt wert, ignoriert oder ihre Antworten als axiomatisch betrachtet zu werden.”

In een volgend blog ga ik iets meer in op Halletts tamelijk eigenzinnige, maar boeiende spinozisme.

_____________

Lemma HALLETT, Harold Forster (1886-1966), in: Stuart Brown, Dictionary of Twentieth-Century British Philosophers: 2 Volumes. A&C Black, 2005, p. 363 - books.google rechtstreeks