Herlezen van "Spinoza" van Steven Nadler…
…was me een waar genoegen. Ik las
het voorbije dagen voor de derde maal in z’n geheel. Ik las de vertaling door
Hans van Zetten, die eerst bij Atlas en later bij Olympus werd uitgegeven. De
tweede maal was, zo blijkt uit dit blog van 28-05-2008, alweer bijna negen jaar geleden. De
eerste maal was tien maanden daarvoor. Met de eerste keer dat ik het las, had
ik het doel om materiaal te verzamelen voor mijn beslissing of ik wel of niet
deel wilde nemen aan een cursus, waarin de TTP gelezen zou worden. Ik aarzelde
daar toen over (zoveel Bijbel en zoveel God, wilde ik dat nog wel?), maar door
dit boek wist ik zeker dat ik méér van en over Spinoza te weten wilde komen.
Het verslag van die eerste lezing en hoe die tot mijn beslissing leidde, deed ik
op een website die al jaren niet meer bestaat (van voor ik met Spinoza.blogse
begon) - leek verloren, maar kon ik terugvinden via Internet Archive. Hoewel
dat stuk eigenlijk alleen voor mijzelf nog interessant is, heb ik het hier
een nieuw plekje op internet gegeven. Ik sta ervan te kijken hoeveel ik -
zonder nog iets van Spinoza zelf gelezen te hebben – al over hem wist te
schrijven. Dat kwam door deze intellectuele biografie van Nadler.
Nadler’s Spinoza. A Life verscheen in 1999. Het werd en wordt -terecht m.i. - door velen als
dé standaardbiografie van Spinoza gezien, en dat is het nog steeds.
Nadler's Spinoza stijgt ver uit boven de
behoorlijk merkwaardige en uiterst idiosyncratische biografie van Margaret
Gullan-Whur die nogal wat eigenzinnige psychologische duidingen in haar boek
verwerkte. Margaret Gullan-Whur, Within
Reason: A Life of Spinoza [Jonathan Cape 1998 and Pimlico 2000], vertaald
als Spinoza. Een leven volgens de rede
[Vertaling Jabic Veenbaas en Willem Visser. Rotterdam Lemniscaat, 2000]
Dat psychologiseren is iets wat
Nadler nergens doet. Wel is zeer opvallend hoeveel gissingen en
veronderstellingen hij inlast, waar zo weinig over Spinoza bekend is. Hij doet
dat m.i. heel knap en heel natuurlijk – nergens geforceerd, nergens fictioneel,
maar heel geloofwaardig. Waarom dit boek nog steeds als dé biografie kan
gelden, komt mede doordat er sinds verschijnen geen of nauwelijks nieuwe dingen
aan wat we van Spinoza weten zijn toegevoegd. Het enige is eigenlijk de
ontdekking in 2010 van het Vaticaanse handschrift van de Ethica. Op p. 283 lezen we dat Tschirnhaus het manuscript gezien
had, maar honderd pagina´s verder lezen we toch dat hij het manuscript van de
Ethica bij zich had "of althans een aanzienlijk deel ervan. " (p.
382). Sinds die ontdekking weten we zeker dat hij de hele Ethica bezat.
Het enige storende acht ik
eigenlijk de bewering die Nadler op p. 327 van Klever overneemt dat de volgende
passage uit het reisdagboek van Jacob Gronovius op Johan de Witt zou slaan: “Als
Spinoza gehoord had dat zijne Excellentie zijn boek [de TTP] misprezen had,
zond hij iemand aan zijne Excellentie om met hem daarvan te spreken, doch kreeg
ten antwoord dat zijn Excellentie zulk een man niet begeerde over zijn dorpel
te zien.” Dat met die Excellentie De Witt bedoeld moest zijn had Klever geheel
verzonnen – het ging om Cosimo III zoals blijkt uit werk van Pina Totaro [cf. blog]. Nadler is op veel plaatsen kritisch en terughoudend wat
betreft beweringen van Wim Klever –hij had die houding ook hier beter kunnen
volhouden (hoewel het slechts om een kleinigheidje gaat).
Ja, herlezen was me een waar
genoegen. Je leest dan niets nieuws, maar krijgt het hele verhaal over Spinoza,
zijn leven en zijn leer, nog eens helemaal op een rijtje. En dat kan nooit
kwaad.