Klever's Spinozana Redux [5] Schouwburg
Hier het vijfde stukje van Wim Klever uit de NRC van 23 juli 1992: Schouwburg. Het sluit mooi aan op mijn blogs over Vondel en Franciscus van den Enden (hier en hier)
Klever beschrijft dat Spinoza speelt in het stuk Eunuchus. Klik op onderstaande kleine versie om te vergroten.
Ik heb op benedictusdespinoza.nl een inhoudsopgave geplaatst van al deze stukjes.
Het linker plaatje is eigenlijk fout hier: het is de Parmeno uit het Spaanse stuk La Celestina van Rojas. Maar gezien het 'Spaanse' past het weer wel een beetje bij Spinoza.
Aanvulling: Er is nog een interessantere verbinding tussen Rojas en Spinoza.
Rojas (1476? -1541) was een marrano. Marrano's zijn joden van het Iberisch schiereiland die gedwongen moesten overgaan tot het katholicisme, maar heimelijk probeerden aan de joodse geboden en rituelen vast te houden. Het stuk dat Rojas schreef, La Celestina, speelt zich af tijdens de onderdrukking van de Marrano's door de Spaanse inquisitie.
Yirmiyahu Yovel trekt een vergelijking tussen Spinoza en Rojas in zijn boek "Spinoza and Other Heretics" op blz. 127
Herein lies the major difference between Rojas and Spinoza, the philosopher who both continued and opposed him. Spinoza's new world picture had inner power and coherence lacking in Rojas. The difference, however, does not lie in the contrast between Spinoza the systematic thinker and Rojas the poet. It transcends all matters of form, method, and rigor, penetrating to the deeper layers of their respective metaphysical outlooks. The fact that Spinoza's world is much more coherent and organized is partly due to the fact that, in its metaphysical content, it is a world enjoying intrinsic meaning and unity, not a hybrid of two lost religions but a new, positive entity, a deified nature that inherits the absolute positivity, divinity, and sublimity of the old transcendent God. It is this inner feature of Spinoza's universe, its intrinsic power and coherence, that is manifest in the logical coherence of his philosophical system. But, in addition, this is the outcome of the fact that logos, or reason, has been restored to the natural world just as the perspective of a transcendent God has been banished from it. Reason itself is deified in Spinoza, as the principle governing Nature/God. Unlike Rojas before him - and unlike Nietzsche later - Spinoza sees rational meaning in natural necessity, and rational meaning is divine meaning to him. It has - or will have for the true philosopher - the same invigorating power, and even the same function - a this-worldly form of salvation, occurring immanently within this life - that belief in a transcendent God and the next world had for religious believers. Moreover, Spinoza discards the vestiges of the Christian outlook which we have found in Rojas and with which Nietzsche grapples - those vestiges which, in the Nietzschean idiom would be called 'the shadows of the dead God." For Spinoza, abolishing the transcendent God does not leave the world subject to the Christian outlook of an inferior, Godless sphere; rather, it is the world itself that is deified. The absolute, or G-D, is relegated to where it really belongs, as opposed to its distortion in historical religion. It is above all, I think, this total liberation from the vestiges of Judaism and Christianity, which neither Rojas, nor even Nietzsche, can claim, and which elevates this world to a divine plane, that has aroused the uproar against Spinoza and branded him the most challenging atheist. [hier aangetroffen]
Reacties
De hypothese dat Spinoza de rol van de slaaf Parmeno in Terentius' Eunuchus gespeeld zou hebben, is afkomstig uit het bekende, principiële artikel van F. Akkerman, 'Spinoza's tekort aan woorden' uit 1977. Akkerman opperde deze mogelijkheid op basis van de bevindingen van de dichter en classicus J.H. Leopold, die 26 ontleningen aan Terentius in het werk van Spinoza had getraceerd, welke oogst Akkerman met nog zo'n 100 plaatsen had uitgebreid.
In de Schouwburgrekeningen worden geen inkomsten bij deze voorstellingen gegeven, ook niet bij die van de Philedonius en de Andria een jaar eerder. Dat gebeurde ook nooit bij speciale opvoeringen. Hoe vol de Schouwburg op die avonden was en hoe succesvol, is dus giswerk. Als aanvulling op deze voorstellingen, die door de school van Van den Enden werden gegeven op de Schouwburg, vermeld ik hier twee voorstellingen van de Troas van Seneca op 28 en 29 mei 1658.
M.S. Geesink 12-02-2010 @ 15:36
Beste Marja Geesink, Literair historicus, bibliograaf in ruste.
Dank voor de gegevens die u aandraagt.
U bent ooit aan een interessante website begonnen "Toneelagenda Amsterdam 1617-1665 - Van Nederduytsche Academie tot Amsterdamsche Schouwburg," maar daar inmiddels mee gestopt, zodat u nu tevens blogger in ruste bent geworden?
Ik had op 2 februari al eens een link naar uw weblog gelegd.
Leuk dat u ook hier een kijkje kwam nemen en rfeageerde.
Over die voorstellingen van de Troas van Seneca door de school van Van den Enden hebt u niets op uw weblog. Misschien een idee om eens een blog te wijden aan wat er te reconstrueren valt over de toneelopvoeringen van hem en zijn leerlingen?
Stan Verdult 12-02-2010 @ 17:03
Beste Stan Verhulst, Ik ben met mijn blog niet gestopt, maar ik heb hem even in de ijskast gezet wegens enig onderzoek,waar min of meer een deadline voor is. Deze zomer zal ik de werkzaamheden aan dit blog en aan een website over het toneel op de Amsterdamse Schouwburg weer opnemen. Dan komen wellicht ook deze stukken aan de orde.
Marja Geesink 12-02-2010 @ 17:19
Beste Stan Verhulst, Ik ben met mijn blog niet gestopt, maar ik heb hem even in de ijskast gezet wegens enig onderzoek,waar min of meer een deadline voor is. Deze zomer zal ik de werkzaamheden aan dit blog en aan een website over het toneel op de Amsterdamse Schouwburg weer opnemen. Dan komen wellicht ook deze stukken aan de orde.
Marja Geesink 12-02-2010 @ 17:58
Deze week las ik in het nieuwste nummer van DE ACHTTIENDE EEUW een informatief en interessant artikel over NIL VOLENTIBUS ARDUUM (Nil), dat een aardige schets geeft van de idealen en de praktijk van de 'toneelclub' rond Lodewijk Meyer. Auteursnaam en titel ben ik vergeten, maar iedereen kan het gemakkelijk terugvinden.
Wim Klever 12-02-2010 @ 21:11