Leo Vroman (1915-2014)
Met dank aan Willem Beekhuizen, die vanavond in een reactie op het blog "Ja, er is plaats voor bidden bij Spinoza [1]" verwees naar het blog dat ik op 20-1-2009 had over "Leo Vroman - Spinozistisch dichter (?)" en daaruit Vromans "Psalm 1" citeerde, geeft dat mij aanleiding hier in een apart blog te wijzen naar dat stuk van vijf jaar geleden. Dat blog van toen leest nu als een In memoriam voor deze dichter die afgelopen zaterdag op 98-jarige leeftijd overleed.
Graag verwijs ik daarheen. Uit dat stuk haal ik één gedicht naar hier - een Spinozistisch gedicht over de aanvaarding van de eigen eindigheid als levend wezen, als natuurding dat de kiemen van de dood al in zich draagt (zoals Herman De Dijn het formuleerde).
Voorbij de Vooruitgang
Lieve trouwe werkelijkheid
die mij maakt en weer ontleedt
waar ik kant noch kern van weet
noch de ruimte van mijn tijd
die mij als een boot bewoont
zich als een zachte passagier
dan weer als ding en dan als dier
als onherkenbaar aan ons toont
…
Kanker en kruistocht planten in ons wezen
de zaden die ons vleselijk vergeven.
Ik doe niets dan genieten van het leven
maar van het leven valt niet te genezen.
Het is een heester met vertwijgde kansen
waar aan het eind wij bladeren dansen
heden meester morgen mest
zo gaat het en zo gaat het best
Leo Vroman,
Uit: Dierbare Ondeelbaarheid. Gedichten. Amsterdam, Querido, 1989, p. 40-42.
Kees Snoek vond: "Het belangrijkste thema in Dierbare ondeelbaarheid is de verwevenheid van alles: het verstand is een ‘spinneweb’, het leven ‘een heester van vertwijgde kansen / waar aan het eind wij bladeren dansen’ en
Elk woord [...] grijpt met andere in elkaar
tot een kleefknoperig weefgetouw
dat zinloos openhangt en waar
ik mijn koud kraaienest in bouw
gezeefd met wind waarop ik naar
een scheefgeveerde hemel vaar.
[DBNL]


Reacties
"Bij zijn leven kon hij [Leo Vroman] zo over de dood schrijven dat je er bijna zin in kreeg."
Rob Schouten vandaag in zijn achterpaginacolumn in Trouw
Stan Verdult 26-02-2014 @ 11:51