Op weg naar Santayana

Nu ik via Paul Wienpahl leerde inzien dat ook een soort mystieke eenheidservaring met de totale natuur (en niet alleen maar met een verbeelde bovennatuur) mogelijk is en ik leerde begrijpen dat ook in dat geval – maar dan met werkelijk inzicht – eveneens een vorm van menselijke verbeelding aan bod is, want hoe zouden we anders dan als hele mens, met lichaam en geest, met affectie en cognitie, dingen en de wereld kunnen kennen en er anders dan met mensenwoorden die voortkomen uit de verbeelding over kunnen proberen te spreken? Waar Wittgenstein aanbeval om waarover we niet kunnen spreken dan maar beter te zwijgen, probeerde Spinoza zijn inzichten over te dragen op geometrische manier. Door zijn woorden zo precies mogelijk te definiëren en z’n inzichten over hoe hij van die woorden gebruik maakt en wat hij ermee deed, zo precies mogelijk toe te lichten (in demonstraties, scholia e.d.).

Nu ik deze stappen (aan de hand van die Zen&Spinoza-meester) had gezet, lijkt het me zinvol om ook eens – en nu minder bevooroordeeld – naar het gedachtegoed van George Santayana te kijken. Eerder, zo moet ik toegeven, kreeg ik enige kregeligheid als ik hoorde over de ‘mystieke’ opvatting van romantici en van aanhangers van de Domus Spinozana.

Zo schreef ik in het blog over de Domus Spinoza over Santayana: “De meer mystieke oriëntering van de Stichting Domus Spinozana is bijvoorbeeld te merken aan de toespraken. Bij de herdenking van de 300e geboortedag van Spinoza op 21 febr. 1932, had men (van de Stichting Domus Spinozana) George Santayana gevraagd om een herdenkingsrede te houden. Die is gepubliceerd: George Santayana, "Ultimate Religion," a paper read in the Domus Spinozana at the Hague for the commemoration of the tercentenary of the birth of Spinoza. Published in The Works of George Santayana, Triton Edition, Volume X (New York: Charles Scribner's Sons, 1937), pp. 243-257.” Ik drukte er toen mijn disappreciatie mee uit.

Ik had al wat minder moeite met de manier waarop J.H. Carp over de mystieke aspecten schreef, maar ik bleef op m’n hoede. En het blijft natuurlijk zaak om bij geïnteresseerden in mystiek en/of in Santayana (De Dijn misschien?) goed op te letten of zij een achterdeurtje naar toch een bovennatuurlijke, transcendente ‘werkelijkheid’ openhouden.

In Nederland is er weinig over Santayana te krijgen. Hij is nauwelijks vertaald. Het enige dat ik tegenkwam is “God in de mens. De christusidee in de evangeliën” dat in 2007 verscheen en dat is vertaald en ingeleid door zo ongeveer de enige Santayana-scholar in Nederland die tevens Spinoza-specialist is: Paul Juffermans. Wel, zo zag ik, staat er flink wat van zijn werk gedigitaliseerd bij archive.org.

Enfin, de brochure van de toespraak die Timothy Sprigge in 1992 in Amsterdam hield voor de Vereniging Het Spinozahuis (Mededelingen vanwege het Spinozahuis nr 69), die ik nu in handen heb, heeft precies de goede – mij nu intrigerende – ondertitel: Spinoza and Santayana: Religion without the supernatural. (De titel zelf had natuurlijk Santayana and Spinoza moeten luiden).

Of Santayana als groot filosoof kan worden gezien is de vraag en zal de geschiedenis leren. Feit is dat hij zich zeer door de grote Spinoza heeft laten inspireren. Ik ga nu op onderzoek daarnaar uit - ga op weg naar Santayana. U hoort van me.

P.S. Ik ga niet naar de 3e Internationale Conferentie over George Santayana die van a.s. maandag t/m woensdag aan de Universiteit van Valencia wordt gehouden. Zover reikt mijn interesse nog niet... 

Reacties

Een interessante, eigenzinnige, pragmatische denker die Santayana, als hij is zoals blijkt uit deze aforismen;

“ Over het algemeen lijkt de wereld zich bewogen te hebben in de richting van licht en rede.
Niet dat de rede ooit de mensheid kan regeren, maar dat illusies en remmende emoties mogen verdwijnen uit de hoofden van mensen en de rede toestaan daar te schijnen.”

“Deze tijd is niet intellectueel, maar het menselijk ras kan dat wel worden, en zou zich daar niet voor moeten schamen.”

“De middelmatigheid van alles in de grote wereld van vandaag is gewoon vreselijk. We leven in intellectuele achterbuurt.”

Hier geen vage mystiek dus…

Vertaling van;

“On the whole the world has seemed to me to move in the direction of light and reason, not that reason can ever govern human affairs, but that illusions and beset ting passions may recede from the minds of men and allow reason to shine there.”
—To the Class of 1886, May or June 1936, The Letters of George Santayana, Book Five, 1933-1936, MIT Press, 2003

“The age is not intellectual, but the human race is capable of becoming so, and ought not to be ashamed of the fact.”
—To Richard Cheney, 1 June 1937, The Letters of George Santayana, Book Six, 1937-1940, MIT Press, 2004

“The mediocrity of everything in the great world of today is simply appalling. We live in intellectual slum s.”
—To Victor Wolfgang von Hagen, 6 November 1934, The Letters of George Santayana, Book Five, 1933-1936, MIT Press, 2003