Panthea… beter dan kennis is gevoel...
Komt Oscar Wilde, na omkering van het Spinozisme, uiteindelijk toch weer wel bij Spinoza uit? Ik ga het hebben over zijn gedicht "Panthea" dat onlangs is vertaald en uitgegeven door dichter-vertaler Cornelis W. Schoneveld.
Panthea is een meisjesnaam van Griekse oorsprong met de betekenis “van alle goden” of ook “ al goddelijk”. De naam is verwant aan "pantheon" dat “tempel van alle goden” betekent. Toen John Toland in 1705 de term “pantheism” muntte deed hij dat naar eigen zeggen om er de filosofie van Spinoza kernachtig mee te typeren. De eerste die de term gebruikte om er zijn eigen filosofie mee aan te duiden was in 1748 de Spinozist Johann Christian Edelmann (1698–1767). Pantheïsme kwam vooral in zwang doordat Moses Mendelssohn de term gebruikte om er het strikte Spinozisme dat God met de natuur identificeert en dat vooral streng deterministisch is, te onderscheiden van, zoals Ursula Goldenbaum het omschrijft, een vorm van “softened Spinozism” dat hij Lessing toedichtte en dat hij typeerde als “pantheïsme” (dat dan wel een persoonlijke god en de vrije wil zou toestaan). Dat laatste was wel weer een betekenisverschuiving van de term pantheïsme. Over deze dingen en vooral over Spinoza ging vanaf 1785 de Duitse Pantheismusstreit. Hoe dan ook - op basis van de meest bedoelde omschrijving van pantheïsme (alles is, alle dingen zijn god) is Spinoza geen pantheïst te noemen. Voor hem zijn alle dingen in God en is God kenbaar in en via de dingen, namelijk door de goddelijke attributen.
Waarom begon ik dit blog met Panthea? Die naam gaf Oscar Wilde aan een gedicht van 180 regels in de enige bundel die Wilde publiceerde: Poems [Londen, 1881]. Daarnaast verschenen er losse gedichten van hem in een aantal tijdschriften tussen 1876 en 1892.
Al eerder had ik blogs over Oscar Wilde, die minstens enigszins met Spinoza bekend geweest moet zijn. Op 15 mei 2010 het blog: Oscar Wilde (1854 - 1900) Amor intellectualis (gedicht uit 1881). Op 2 maart 2011: Poëtische vertaling van Oscar Wilde’s Amor intellectualis (van de dichter en vertaler Cornelis W. Schoneveld). En al eerder, op 2 april 2008 (The Picture of Dorian Gray - omgekeerd spinozisme), meende ik dus bij Oscar Wilde een zeker verzet tegen, ofwel een zekere omkering van het Spinozisme te ontwaren.
Diezelfde indruk ontstaat weer bij het lezen van het gedicht Panthea, waarvan dezelfde Cornelis W. Schoneveld een mooie vertaling maakte. De titel van dit blog ontleen ik aan de eerste regel van de tweede strofe:Want, schat, beter dan kennis is gevoel,
En wijsheid is een erfgoed zonder kroost,
Eén vlam, treft die in eerste jeugd zijn doel,
Verbrandt dan elke spreuk die wijzen troost:
Kwel met filosofie je ziel toch niet,
Aan ons het hart dat mint, de mond die kust, het oog dat ziet.
Wie hoort hier niet de omdraaiing van het ideaal van Spinoza? Kennis, kennis, kennis… kennis die leidt tot amor Dei intellectualis? En inderdaad, was de wijze Spinoza – letterlijk genomen - niet kinderloos? Want, “wijsheid is een erfgoed zonder kroost / Kwel met filosofie je ziel toch niet, / Aan ons het hart dat mint, de mond die kust, het oog dat ziet.” Niet het oog van de geest (de argumenten en bewijzen), maar het echte oog dat het werkelijk schone ziet… Ja, de dichter draait Spinozisme om en geeft alle ruimte aan de passies! Liever slaaf daarvan dan vrij.
Maar toch, aan het eind… Valt zijn benadering daar tenslotte toch niet samen met het Spinozisme? Als hij schrijft: “sterven zijn wij kwijt, / Het Universum als geheel is onze Onsterfelijkheid.”
Het gedicht “Panthea” van Oscar Wilde is het laatste van de langere gedichten (tussen de 100 en 400 regels) gebundeld in de bloemlezing: Klankrijk en vol furie, 27 verhalende en beschouwende Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw, vertaald en toegelicht door Cornelis W. Schoneveld [nr. 12 in de Boekwinkeltjes Reeks, Assen, 2011, 214 pp., voorzien van 22 illustraties]
Elk gedicht wordt voorafgegaan door een korte toelichting door de vertaler. Zie hierna voor die bij dit gedicht. Zowel om ruimte te besparen, als om het leesritme bij een langere tekst niet te verstoren, zijn de Engelse teksten niet opgenomen. Wie ze toch wil raadplegen kan ze, door de (steeds vermelde) Engelse titel te googelen, snel oproepen. “Panthea” beslaat in het boekje pp. 205-11. Het is te lang en vooral te breed om in een blog weer te geven. Vandaar dat ik het, met dank aan de heer Schoneveld die toestemming gaf, hier als PDF heb geplaatst. Op deze PDF is de Engelse tekst van “Panthea” echter wél weergegeven.
1 SIR THOMAS WYATT 11
Aan John Poins, over het leven van de hoveling 11
Herderslied 17
3 EDMUND SPENSER 25
Verlovingslied 25
Hekeldicht III 33
5 BEN JONSON 39
Aan Penshurst 39
De peinzer 46
7 JOHN MILTON 47
De genieter 47
De nimf klagend over de dood van haar hertje 59
9 APHRA BEHN 65
Op de begeerte 65
Het feest van Alexander de Grote, of de macht van de muziek,
een ode ter ere van St. Cecilia’s dag 71
11 MATTHEW PRIOR 79
Aan de Koning, een ode op zijn aankomst in Holland, 1695 79
Gezicht op Constantinopel 87
13 ALEXANDER POPE 93
Heloise aan Abelard 93
De biecht der dieren 105
15 THOMAS GRAY 113
Treurzang geschreven op een dorpskerkhof 113
Tom van Shanter, een vertelling 119
17 WILLIAM WORDSWORTH 129
Op een hernieuwd bezoek aan de rivier de Wye bij Tintern Abbey 129
Verslagenheid: een ode 135
19 GEORGE CRABBE 141
Pieter Grimes 141
Brief aan Augusta 153
21 JOHN KEATS 159
De wake van St Agnes 159
Aan een leeuwerik 173
23 ALFRED, LORD TENNYSON 179
De Jonkvrouw van Shalot 179
De bisschop bestelt zijn graftombe in de Sint Praxedis Kerk te Rome, 15 -- 187
25 ELIZABETH BARRETT BROWNING 193
Moeder en dichter 193
Een koninklijke prinses 199
27 OSCAR WILDE 205
Panthea 205

