Samuel van Hoogstraten (1627 - 1678) schilder van Spinoza's portret?

Geen enkele van de overgeleverde afbeeldingen die Spinoza moeten voorstellen, is zodanig voldoende gedocumenteerd dat het volstrekt onbetwijfelbaar zeker is dat die zijn werkelijke uiterlijk afbeelden. Dus is en blijft het ontdekken van het ware uiterlijk van Spinoza een best moeilijk en precair karwei. Ik wijdde eerder dit blog aan wat volgens iconografisch deskundigen het meest betrouwbare portret zou zijn.

Tot heden heb ik niet mee willen doen aan het verspreiden van bovenstaand mansportret, dat in 1670 is geschilderd door Samuel van Hoogstraten en waarvan is beweerd dat het Spinoza zou voorstellen. Ik hield dit zogenaamde ‘Spinozaportret’ tot nog toe expres buiten mijn weblog.

Interpreting SpinozaBehalve dan via de covers van boeken.

Gezien het volledig ontbreken van evidentie en dus de redelijk grote twijfel, heb ik mij altijd erover verbaasd dat je bovenstaand portret toch regelmatig tegenkomt op de covers van boeken, waarvan hier twee voorbeelden.

 

Ook bij een Frans Magazine dat afgelopen januari gewijd werd aan Spinoza, prijkte dit portret op de cover.

Het is een merkwaardige schildering. Die kraag of bef zit vreemd scheef. De rechterhand houdt wat waarschijnlijk een brief is, op een nogal vreemde manier tegen zich aan.

Zou de schilder niet vakbekwaam genoeg zijn? Of zou hij juist enige spanning door ‘niet-kloppendheid’ hebben willen inbrengen?

   

 

 

Ik baseerde mij tot heden op de argumenten die Rudi Ekkart aandroeg in Spinoza in beeld - Het onbekende gezicht [in: De steen vliegt, 1997]. Rudi Ekkart had mij ervan overtuigd dat de identificatie van deze man als Spinoza verworpen dient te worden. Ik citeer wat hij schreef op blz 133:

In 1929 werd dit schilderij van de hand van de Rembrandt-leerling Samuel van Hoogstraten (1628-78) voor het eerst gepubliceerd als een beeltenis van Spinoza. Het schilderij bevond zich op dat moment in een Duitse particuliere verzameling. De identificatie was gebaseerd op een papiertje aan de achterzijde met de naam van de geleerde, terwijl daarnaast gelijkenis als belangrijkste argument werd aangevoerd. Bovendien kreeg de naamgeving een schijn van historische fundering door de verwijzing naar de vriendschapsbanden die er bestonden tussen Van Hoogstraten en de Dordtse graankoopman en magistraat Willem van Blijenbergh.
Van Blijenbergh was aanvankelijk een groot bewonderaar van Spinoza en correspondeerde met de wijsgeer; na verloop van tijd echter toonde hij zich een heftig tegenstander van Spinoza’s denkbeelden.
De aantrekkelijke gedachte dat er via Van Blijenbergh een band was ontstaan tussen Van Hoogstraten en Spinoza en dat het portret wellicht gemaakt is in opdracht van Van Blijenbergh, wordt echter in sterke mate ontkracht door het feit dat juist in de periode waarin het portret geschilderd werd de Dortdtse koopman al een felle vijand van Spinoza was geworden. Tegenover deze negatieve aanwijzing kunnen nauwelijks positieve argumenten worden aangevoerd, zodat de identificatie verworpen dient te worden
.”

Thijs Weststeijn, schrijver van onderstaand boek, The Visible World, heeft mij weer enigszins doen overhellen naar rekening houden met de mogelijkheid dat het Van Hoogstraten-portret wellicht wél Spinoza voorstelt, hoewel de aanwijzingen uiterst mager blijven.

 

Thijs Weststeijn: The Visible World. Samuel van Hoogstraten's Art Theory and the Legitimation of Painting in the Dutch Golden Age. Amsterdeam University Press, 2008.

Weststeijn geeft in deze handelsuitgave van zijn eerdere proefschrift een interessante, maar wel enigszins speculatieve excursie – Schilderen als “Zuster van de filosofie”- waarin hij de belangstelling schetst van Van Hoogstraten voor de in die tijd uitvoerig bediscussieerde ‘nieuwe filosofie’. De auteur beschrijft wat Van Blijenbergh over die nieuwe filosofie aan Van Hoogstraten schrijft. Van Hoogstraten spreekt zich meestal niet uit en blijft op de vlakte. Belangrijk is dat van Van Hoogstraten geen uitspraken over het Spinozisme overgeleverd zijn. Ik kom op deze inhoudelijke kant later terug.

Over de vriendschap tussen Van Hoogstraten en Van Blijenbergh bestaat geen twijfel. Weststeijn schrijft dan:  

Notwithstanding the fact that the identification of the sitter is disputed, it is by no means impossible that Van Hoogstraten painted Spinoza’s portrait. As we shall see, the painter and the philosopher certainly did not inhabit separate worlds. Around 1670, when this portrait is dated, both men lived in The Hague. In the circle of scholars surrounding the Van Hoogstratens in Rotterdam, Spinoza’s ideas met with both positive and negative reactions. Although Van Hoogstraten expressed his contacts with the ‘new philosophy’ only fragmentarily, we shall explore how the discussions that led to Spinoza’s thinking might be relevant to an contextualization of the theory in the Inleyding. After all, Spinozism was the most debated philosophical movement in the twenty years prior to its publication.(p. 338)

Een eerste puntje in het nadeel van Weststeijns geloofwaardigheid op dit punt is het feit dat de voetnoot (52) waarin voor wat betreft de identificatie wordt verwezen naar Ekkart, Brusati en Millner, de laatste foutief in de bibliografie staat als: Millner S., The Face of Bernard (sic!) Spinoza, New York, 1946. Deze referentie is waarschijnlijk overgeschreven uit de kennelijk wel door hem geraadpleegde Celeste Brusati: Artifice and illusion: the art and writing of Samuel van Hoogstraten. University of Chicago Press, 1995. Die geeft bij de uitspraak "A more sober portrait once bore a signature and date of 1670, and was thought to depict Baruch de Spinoza, who was residing in The Hague at that time," in een voetnoot (126) als bronnen (en waarbij dus een fout werd gemaakt of ook van elders werd overgenomen): “[..] J. Levy, “Um ein Bildnis Spinozas," Der Kunstwanderer, 1929 nos. 1-2, 486-89. The identification of the sitter is not universally accepted. See Simon Millner, The Face of Bernard Spinoza, New York, 1946, 33-44.”

De juiste referentie moet uiteraard zijn, zoals hij elders voorkomt Simon L. Millner: The Face of Benedictus Spinoza. New York, Machmadim art editions, inc, 1946. Hieruit kan worden geconcludeerd dat Weststeijn deze publicatie niet zelf heeft geraadpleegd (voor de duidelijkheid: ik heb die ook niet in handen gehad).

In die voetnoot (nr 52) schrijft Weststeijn verder: “Ekkart cites Van Blijenbergh’s anti-Spinozism as an argument against the identification; in the late 1660s, however, Van Blijenbergh was still full of praise for the philosopher and sent him his own first philosophical work.” (p. 438)

Wat betreft het beoordelen van de gelijkenis: daarmee moeten we voorzichtig zijn, daar we over de betrouwbaarheid van de referentieportretten eveneens niet zeker kunnen zijn. Zo is het meest als ‘authentiek’ gebruikte Wolfenbüttel-portret zeer waarschijnlijk een kopie, ofwel naar het Opera-portret, ofwel naar nog een ander, verloren gegaan origineel.

Ik ben van mening dat je een zekere gelijkenis tussen de afbeeldingen niet kunt ontkennen. Ze geven alle drie iemand met een sereen uiterlijk. Ik heb ter vergelijking hier de drie afbeeldingen bijeen gebracht. (De gegevens breng ik er later nog in aan).

Tegen de waarschijnlijkheid van het Van Hoogstraten-portret pleit het feit dat we ons, gezien wat we van Spinoza weten en met name over zijn uiterst geringe behoefte om zelf centraal te komen staan, ons nauwelijks kunnen voorstellen dat Spinoza ten behoeve van zijn portrettering geposeerd zou hebben. Van Hoogstraten zou het schilderij dan uit het geheugen hebben moeten schilderen.

Dat de juiste identificatie mogelijk verloren is gegaan en wellicht beperkt is gebleven tot een aan de achterzijde aangebracht papiertje, hoeft niet verwonderlijk te zijn tegen de achtergrond van de negatieve lading die Spinoza al vanaf het laatste kwart van de 17e eeuw ondervond en die almaar sterker werd.

Blijft over de meer inhoudelijke kant: de interesse in en mogelijke overeenkomst in de ideeën bij Van Hoogstraten en Spinoza waarover Weststeijn interessante dingen schrijft. Daarover in een volgend blog.  

___________

Aanvulling 27 februari 2016

Portret en uitsnedes vervangen door betere download van The Jewish Museum, New York, dat het in bezit heeft. Bijschrift aldaar

Samuel van Hoogstraten, Dutch, 1627-1678
Portrait of a Man (previously thought to be Baruch Spinoza), 1670
Oil on canvas39 3/8 × 30 in. (100 × 76.2 cm)
The Jewish Museum, New York

Provenance:
?. a private collector in Berlin, Germany (by 1929). Dr. H. Emmerich, New York, NY and Frankfurt, Germany (by 1952); his son and daughter, Andre Emmerich, New York, NY and Nicole Teweles, Milwaukee, WI (until 1969)