Stuart Newton Hampshire (1914 - 2004) verloor met het ouder worden zijn greep op Spinoza

Spinoza: "the most ambitious and uncompromising of all modern philosophers" [Hampshire, Spinoza, p. 11]

Dit boek van Hampshire had ik drie jaar geleden wel eens in een blog gebruikt, maar uitgebreid was ik er nog niet op ingegaan. Dat doe ik nu.

Hampshire werd na een studie geschiedenis, waarbij hij ook aandacht gaf aan schilderkunst en literatuur, gekozen voor de studiegroep van All Souls College in Oxford, waar hij onderzoek deed en les gaf in de filosofie. Opgeleid in het bolwerk van het logisch positivisme en de taalanalytische filosofie (bij A.J. Ayer en J.L. Austin) kreeg hij, nadat hij in de Tweede Wereldoorlog bij de Britse Inlichtingendienst had gewerkt, zelf een positie als professor filosofie in Oxford - in die omgeving die overtuigd was van de onzin van metafysische vragen. Metafysica, zeker als groot bouwwerk dat Stuart Hampshireboven de wetenschappen uittorende, was al ruim een eeuw geleden, na de dood van Hegel door de jong-Heglianen om zeep geholpen en later was nog eens door het logisch-postivisme het type vraagstelling als volledige onzin aan de kant geschoven. De analytische empiricisten in Oxbridge waren grootmeesters in het belachelijk maken van het metafysische soort filosofie bedrijven, als ze er al een woord aan ‘vuil’ maakten.  

En temidden van dat klimaat dat hij als een soort ‘orthodoxie’ ervoer, was Hampshire zich voor Spinoza gaan interesseren. Hoe en waarom hij die stap zette, weet ik niet, maar dat het voor hem ongemakkelijk was midden in die cultuur in die tijd, bleek uit zijn apologetische manier van schrijven. Ik kom er nog op.

Volume 253 van Pelican books/Volume 1 van The Pelican Philosophy Series, reprint, 1967Toen Ayer de redactie kreeg van een door Pinguin uit te brengen reeks Philosophy vroeg hij Hampshire het boek over Spinoza te schrijven. Het werd het eerste in de reeks en had meteen groot succes. Binnen drie maanden zouden er 45.000 van verkocht worden.
In het voorwoord was Ayer wel zo vriendelijk uiteraard om het geen onzin te noemen, maar hij gaf de lezer de waarschuwing dat “Spinoza’s thought is sometimes hard to follow. Spinoza’s arguments are subtle and the questions with which he deals as difficult as they are important.” Of hij dat laatste werkelijk meende, mag men zich afvragen. Hampshire gaf in zijn boek, toen kortweg Spinoza geheten hier en daar een sneer op de empiristische filosofen (b.v. p. 160 maar vaker) en eindigde ook nog eens met een hoofdstuk “The Nature of Metaphysics”, waarin hij een lans brak voor dit type filosofie. Het was alsof dit zijn hoofddoel was: tegen de logisch empiricistische ‘orthodoxie’ een lans breken voor metafysica en hij Spinoza daartoe als zijn middel inzette.

Het boekje bestond uit de volgende hoofdstukken: 1. Philosophical Background; 2. Outline of Metaphysics; 3. Knowledge and Intellect; 4. Freedom and Morality; 5. Politics and Religion; 6. The Nature of Metaphysics; Appendix: Life.

Hij had de (heel korte) biografie van Spinoza dus naar een bijlage gebracht en begon, alvorens met zijn samenvatting van Spinoza’s leer te beginnen, met Philosophical Background dat zich laat lezen als een Laudatio en apologie bij het verlenen van een eredoctoraat! Hij noemde het buitengemeen ambitieuze van Spinoza’s project; noemde hem het voorbeeld van een filosoof pur sang. Hij prees hoe Spinoza’s instrument alleen zijn logisch redeneren was, zonder enig beroep op welke autoriteit ook (vandaar het zo weinig noemen van namen). Spinoza’s was volgens hem dé test case voor dit type filosofie die aan alle verwachtingen voldoet van de beloofde antwoorden over hoe het universum en daarbinnen de mens, in elkaar zit. Dit alles op basis van de overtuiging dat de wereld intelligibel is, betrouwbaar te benaderen met de wiskunde, in taal dus die vrij dient te zijn van beelden en metaforen, abstract en formeel, dus waarvoor Latijn zeer geschikt was – en dat alles in de meest gedurfde consequentheid, zonder versieringen of people pleasing.

In de volgende hoofdstukken gaf hij een schitterende hervertelling van het betoog van Spinoza op hoofdlijnen, waarin hij Spinoza’s filosofie grondig samenvatte, maar vooral toelichtte. En daarbij was op vele plaatsen duidelijk hoeveel hij daarbij aan zijn taalanalytische scholing had. Het was werkelijk een heel helder geschreven essay, hoewel ook hier uiteraard Spinoza’s filosofie niet ineens gemakkelijk werd. Hij had terecht veel succes met het boekje dat vele herdrukken beleefde (bv A Pelican Book in 1953, cover rechts, en Faber and Faber in 1956). Bij de licht herziene heruitgave van 1987 werd aan de titel toegevoegd: An introduction to his Philosophical Thought. Ook tegenwoordig is het nog steeds met vrucht te lezen en kan het de concurrentie met de vele hedendaagse Spinoza-inleidingen goed aan. Ook van Wiep van Bunge krijgt het een eervolle vermelding in de Continuum Compendium to Spinoza: “an elegant and influential introduction to Spinoza’s philosophy.” [p. 368]

Maar toen gebeurde er iets… Wij modi worden voortdurend door een oneindige reeks andere modi aangedaan, en soms zit er daar iets heel vervelends tussen…

Hem kwam ter ore dat de grote Spinozageleerde Harry Austyn Wolfson tijdens een college had gezegd dat zijn boek was “a sound ‘traditional’ interpretation of Spinoza.” [Hij vertet het in deze heruitgave op p. vii]. Die opmerking zong zich rond en kwam hem ter ore. En hij voelde zich er zeer door geraakt. Zelfs na een halve eeuw deed hem dat nog altijd pijn, zodat hij zich op oude leeftijd, vanaf 2001, vanaf zijn 87e jaar, eraan zette om een ‘moderne’ inleiding op te zetten, om Spinoza’s waarde voor onze tijd en voor de moderne wetenschappen te schetsen. Maar het jammere was dat hij nu meende  een heleboel als verouderd te moeten weglaten (Spinoza’s epistemologie, z’n godsleer w.b. de oneindige attributen en zo veel meer). Nu vond hij zijn Latijn ook maar “absurdly crabbed and inelegant”! Maar het ergste was dat hij inmiddels de overtuiging had gekregen dat Spinoza z’n ware leer had verstopt – dat hij esoterisch had geschreven; dat de geometrische opzet juist ontoegankelijkheid ten doel had: “I have now come to the conclusion that Spinoza never intended to communicate his real meaning, or the more significant parts of his philosophy, to his contemporaries, except to a few close friends.” [p. vii] Naast dit jammerlijke nieuwe uitgangspunt had hij zich ook nog eens flink verdiept in Damasio met wie hij ook gesproken had. Zoals gezegd begon hij aan een nieuw inleidend essay. Daarin doet hij in mijn ogen nogal krampachtige pogingen om in Spinoza a.h.w. een voorzien van de toekomstige biologie, evolutieleer en neurologie te lezen. Hij kreeg het niet geheel rond, maar op aanraden van vrienden gaf hij de tekst aan het eind van zijn leven vrij, opdat Spinoza and Spinozism, tezamen met zijn eerste tekst, de introductie uit 1887 en zijn artikel “Spinoza and the Idea of Freedom”uit 1960 (1972 schrijft het colofon ten onrechte, maar toen verscheen het voor het eerst in boekvorm in een reader).

Het is al met al toch een mooie nalatenschap van Hamspshire geworden, die spijtig dus enigszins wordt ontsierd door die inleiding uit zijn oude dag. Die had beter aan het eind kunnen worden toegevoegd, want iemand die nog helemaal niets van Spinoza weet, kan aan dat stuk geen touw vastknopen, leert er althans niets over Spinoza. Wat moet zo iemand, om maar iets te noemen, met (terwijl dat begrip nog helemaal niet aan de orde is geweest) een zin als: “This gives us some Assurance that the Idea Infinita Dei is a reality and not a fantasy, and that there is a comprehensive design even if it is forever beyond our reach.” [p. lvii-lviii] Hier werd Hampshire zelf esoterisch.

Wel vermeldenswaard is de slotalinea die al eens door Henk Keizer in een reactie op een blog werd geciteerd, en waarin blijkt dat Hampshire al sinds zijn opleiding in een breed cultureel, intellectueel en esthetisch domein geïnteresseerd is gebleven:

“The missing element

Metaphysics may prove too much, and may seem too conclusive. There exists also the wilder side of humanity: possibly embodied on the opposite side of the brain from the reasoning part. Spinoza wrote that we know and we feel that we are eternal. But we also know and we feel that we have moments of ecstasy, and momentary aspirations that go beyond reason, and we have obsessions that lead to the making of music, painting, poetry, fiction, sculpture, architecture and dance. The uses of imagination are also paths to freedom, alongside the uses of reason.”

                                             * * *

VoorkantStuart Hampshire: Truth and Correspondence in Spinoza. In: Yirmiahu Yovel, Gideon Segal (Eds.): Spinoza on knowledge and the human mind: papers presented at the second Jerusalem conference (Ethica II). BRILL, 1994 

Het hoofdstuk van Hampshire is in z'n geheel te lezen bij books.google.

 

 Hampshire was ook de auteur van The Age of Reason: The 17th Century Philosophers in deze reeks van Mentor/New American Library, 1954

       The Age of Belief, The Age of Adventure, The Age of Reason, The Age of Enlightenment, The Age of Ideology, AND The Age of Analysis (Six Books)

Bronnen 

Obituaries: Sir Stuart Hampshire in The Guardian in The Telegraph
in Stanford News in The Times; 
bij die van The Times is niet te komen door niet-abonnees, maar de tekst is in dit PDF te vinden, waarbij te zien is hoe in de obituary zinnen werden gebruikt voor een concept dat Isaiah Berlin al in 1965 inleverde en waaraan hij verder sleutelde 1973, 1980 en 1991. Na de dood van Isaiah Berlin (1909 - 1997) werden in 2004 bij de dood van Stuart Hampshire dus delen van teksten van Berlin gebruikt - hoe die dingen gaan....

Uit The Guardian het gegeven: "His Spinoza book was an enormous success, selling 45,000 copies in three months, and Thought And Action also attracted much attention."

Avishai Margalit in The New York Review of Books: "The Genius of Spinoza," over Stuart Hampshire's Spinoza and Spinozism 
Citeert een vriend tegen wie Hampshire gezegd zou hebben: "Spinoza was right. In the end it is all biology.”
 

Artikel van de British Academy 2007 over Hampshire. Gaat ook  uitvoerig in op zijn Spinozastudie. Met portretfoto.

Philosopedia  en wikipedia

Commentaar op Hampshire in bookreview SPINOZA AND US  by William E. Connolly

 

Chams Eddine Zaougui: De Spinoza Code. Nieuwe interpretaties laten het raadsel intact. In: De Academische Boekengids 58, september 2006, pp. 22-23.

Chams Eddine Zaougui, die arabistiek en filosofie studeerde aan de Universiteit van Gent, besprak in dit artikel Looking for Spinoza. Joy, Sorrow and the Feeling Brain van Antonio Damasio, Radical Enlightenment. Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750 van Jonathan Israel en Spinoza and Spinozism van Stuart Hampshire. Met name over het boekje van Hampshire had hij aardige dingen te zeggen. Door dit stuk ben ik het boek Spinoza and Spinozism van Stuart Hampshire gaan herlezen en maakte ik dit blog.

Aanvulling 21 juli 2016: zie blog met nieuwe teksten over en van Hampshire.

Reacties

Interessant wat je over Stuart Hampshire's oude dag vertelt over die inleiding-2001. Was mij geheel onbekend. Ik heb hem nog in zijn jonge jaren gekend, toen hij 70 jaar was, op het congres-1984 in Jerusalem over deel 2 van de ETHICA, toen hij over 'waarheid' sprak en ik over 'onwaarheid'. De akten daarvan (1994) vermeld je. Wat ik echter mis in deze korte biografie is zijn Ethica-vertaling (Everyman's Library), waarvan ik altijd dankbaar gebruik maak wanneer ik Spinoza in het Engels moet citeren. Ik heb grote waardering voor deze vertaling en prefereer haar boven die van Shirley.