Leszek Kolakowski: Spinozisme "failliete filosofie", maar "zinvolle mislukking"
Dit boek heeft mij een wat meer ambivalente houding
tegenover Kolakowski gegeven. Het heeft mij sterker aangetoond dat ik toch
eigenlijk op grotere afstand van hem sta dan ik lange tijd heb gedacht. Ik
schafte Leszek Kolakowski, De onrust van
onze eeuw [onder redactie van Jacques De Visscher, Alicija Gescinska en
Guide Vanheeschwijck. Klement/Pelckmans, 2014] aan en las het om twee redenen:
ten eerste daar ik altijd grote bewondering voor deze van origine Poolse
filosoof en ideeënhistoricus had, zoals wel blijkt uit dit blog met mijn “In memoriam” en dit blog over zijn The
Two Eyes of Spinoza [TES]. Dat ik de titel meegaf: “Zwei Spinozas wohnen,
ach! in meiner Brust” en daarna nog “De twee blikrichtingen van Spinoza” [cf.]. De tweede reden was dat ik had begrepen dat in dit
boek zijn doctoraatsstudie over Spinoza aan de orde zou komen. Zijn
proefschrift over Spinoza dat hij nooit had willen heruitbrengen of laten
vertalen, zou toch in een herwerkte versie van hem in het Pools zijn uitgegeven
en dat zou behandeld worden door Alicija Gescinska. Zo’n boek komt er bij mij
dus zeker in.
Wat uit TES al wel bleek, werd nog eens duidelijker uit dit
boek: Kolakowski is geen liefhebber laat staan aanhanger van Spinoza geworden,
maar een diep in Spinoza’s werk gedoken criticus. Uit dit hele werk dat één
(het laatste) hoofdstuk van Kolakowski zelf bevat en verder overwegend bestaat
uit besprekingen van zijn werk, vooral uit de gedegen, maar wel wat saai
geschreven stukken van Jacques De Visscher, wordt duidelijk waarom het
uiteindelijk clasht: Kolakowski heeft zich wel nooit bij een christelijke kerk
aangesloten, maar heeft ergens duidelijk een geloof in een transcendente
entiteit (‘God’) of eigenlijk entiteiten, want hij is ook almaar bezig geweest
met de duivel. Krachten van het sacrale en diabolische fungeren voor hem als
reëel bestaand. Voor hem is er een reëel probleem van ‘het kwaad’. Daarin
blijkt hij een aartsconservatief die zich verzet tegen elk naturalistisch
wereldbeeld. Hij zoekt naar een positieve houding tegenover ‘het Absolute’ en
werkt met heel traditionele opvattingen over God als schepper, over goed en
kwaad, over verantwoordelijkheid voor wat ons overkomt. De ontkenning van ‘het
kwaad’ ziet hij als verduistering van
de Verlichting. Hij lijkt zich ten doel te stellen het aloude mythische en
theologische denken (over ook de duivel) te redden.
Welnu, deze preoccupaties kleuren ook zijn lezing van Spinoza.
Kolakowski’s houding t.o.v. Spinoza
“Zijn leven lang heeft Kolakowski gezwoegd met Spinoza, en getobd over de inhoud en vorm van zijn eigen proefschrift over Spinoza,” schrijft Gescinska. In 2009 herwerkte hij het oorspronkelijke manuscript dat begin juli van dat jaar gereed was. Maar aan een voorwoord waarin hij had willen uitleggen wat er aan het origineel haperde en welke veranderingen hij had aangebracht, kwam hij niet meer toe daar hij op 17 juli 2009 overleed.
Het individu en de oneindigheid verscheen tenslotte in 2011 in het Pools: zes hoofdstukken met een korte inleiding en een uitvoerige conclusie. Hij zet Spinoza’s ethiek uiteen, zijn rationalisme, zijn centrale begrippen en behandelt dat alles in relatie tot tendensen in de filosofie als: fatalisme, atheïsme, materialisme, de mens als schepper van morele waarden, dualisme, monisme, determinisme. Het laatste hoofdstuk behandelt “Grenzen van vrijheid” waarin hij betoogt dat Spinoza een “paradoxale filosofie” heeft en dat het bij zijn vrijheidsbegrip om een “paradoxale vrijheid” gaat. Uiteindelijk bestempelt hij het Spinozisme als “een failliete filosofie.” Zeker als vrijheidsfilosofie zou ze tekort schieten. De vrijheid van het Spinozisme is contradictorisch, dus onbereikbaar, illusoir – escapistisch zelfs: “een theorie van vrijheid die bereikt wordt door de geestelijke ontkenning van de finale orde van de wereld.” (TES 8). Maar daarom beveelt hij nog niet aan: “weg ermee,” want het Spinozisme is een “hoogst zinvolle mislukking.” (TES 25).
Filosofie verschaft inzicht in de mens, geeft inzicht in onze
onwetendheid, in de onjuistheid van onze opvattingen en theorieën over de
wereld en onszelf. Zo ziet Kolakowski het Spinozisme als een belangrijk moment
in de ideeëngeschiedenis – ondanks de interne tegenstrijdigheden, antinomieën
en paradoxen, waaruit het Spinozisme zichzelf niet kan bevrijden. Maar uiteindelijk
is mislukken wat Kolakowski betreft het lot van alle historische filosofische
systemen.
Kolakowski ziet vijf thema’s waarin het Spinozisme vastloopt: [1] het pogen cognitief, intellectueel vrij te worden van allerlei autoriteiten, tradities en vooroordelen die het vrije denken belemmeren; [2] het metafysisch vrij worden: het loskomen van en vernietigen van fictieve godsbeelden en van het fictieve bovennatuurlijke en van de illusie van een zorgzame voorzienigheid en andere troostmythes; [3] antropologisch vrij worden: beseffen een deel van de natuur te zijn en geen staat inde staat – loskomen van de fictie van onsterfelijkheid of enig voortbestaan na dit leven; [4] ethisch-morele autonomie: zien dat er geen transcendente normen bestaan, geen a.h.w. objectieve morele wetmatigheden, geen objectief goed en kwaad – het gaat altijd om menselijke producten; [5] politieke vrij wording: ook in het politieke zijn er geen bovennatuurlijke rechtvaardigingen – de staat is van mensen- het gaat om beëindigen van dominantie van kerken.
Hoezo ‘vastlopen’? Kolakowski ontwaart hier ‘holle frasen’. Hij ziet in het Spinozisme vier vrijheidsantinomieën. Ik vat ze hier kort samen:
1. De Ethica heeft een sterk elitair karakter. Het door de rede overwinnen van affecten en angsten is moeilijk en zeldzaam – onmogelijk te bereiken door het gros van de mensen. Het vergt namelijk veel verstandelijke inspanning. Het betreft trouwens een streven naar een onbereikbaar doel. Het gaat dus om een menselijke vrijheid die in het algemeen onbereikbaar is. Slechts enkelen vinden de sleutel van een geestelijke overwinning - van dit voor de meeste mensen ondoordringbare rijk. Vrijheid wordt louter een innerlijke vrijheid – een vergeestelijkte vrijheid. Spinoza had wel oog voor externe onderdrukkende factoren en geestelijke knechting, maar Kolakowski ziet dat als paradoxaal: hoe kan het Spinozisme de maatschappelijke en politieke vrijheid bepleiten, terwijl het individu toch geen handelings- en wilsvrijheid heeft. Hij ziet een onoverbrugbare spanning tussen opkomen voor politieke vrijheid binnen een deterministisch wereldbeeld.
2. Kolakowski ziet het als schadelijk de mens een bevrijding voor ogen te stellen die hij nooit kan bereiken. Wie bepaalt de grenzen van gedeeltelijke emancipatie van het gros van de mensen? Wie stelt de inhoud van de vereenvoudigde mythe en religie voor de velen vast? Kolakowski ontwaart er de angst in van de rationalist voor de volledige verspreiding van het rationalisme, want wordt dat geen vrijbrief voor immoreel gedrag? Dat vraagt dus een splitsing van de samenleving in zij die leiding geven en zij die geleid worden. De meeste mensen zullen dus nog steeds intellectueel beteugeld moeten worden. Die spanning is volgens Kolakowski binnen het Spinozisme niet op te lossen.
3. Kolakowski ziet binnen het Spinozisme een nieuwe
scheiding van lichaam en geest ontstaan. Vrijheid wordt immers geheel
gereduceerd tot het niveau van het denken. De externe maatschappij en de politieke
omstandigheden komen in de ‘vergeestelijkte’ bevrijdingsvisie van het
Spinozisme volgens Kolakowski niet aan de orde. Spinoza ziet de mens en
menselijke vrijheid niet als product van de geschiedenis en uit de specifieke
wetmatigheden van de maatschappij ontstaan. De mens kan zich, Spinozistisch
gezien, nooit bevrijden van de determinatie van de natuur, kan de natuurwetten
niet overstijgen. De verinnerlijkte vrijheid, het verlichte inzicht dat de ‘vrije
mens’ bereikt, is louter het begrip van de noodzakelijkheid waarin hij en de
hele wereld gevangen zit. Vrijheid van doen is onbereikbaar, alleen een
vrijheid van denken is bereikbaar. Maar zelfs dat is illusie. De mens zou
geestelijk a.h.w. een verheven positie in of zelfs boven de natuur moeten innemen.
Het zuivere intellect is dan zoals Kolakowski het formuleert “het gesloten
asiel van de vrijheid”: a.h.w. in staat denkvrijheid te bereiken in een wereld
vol onvrijheid. Maar buiten of boven de natuur kunnen we nooit komen – nooit de
werkelijkheid overzien van buiten de werkelijkheid. Deze kloof overwint Spinoza
niet, volgens Kolakowski.
Spinoza’s antwoord dat de vrijheid bereikt wordt als de oorzaak van je denken
samenvalt met de immanente goddelijkheid in de natuur, is volgens Kolakowski
geen antwoord, maar een andere verwoording van het probleem. Ook de zogenaamde
vrijheid van denken ontkomt niet aan de wetten van de natuur en verwordt tot
onvrijheid. De “geestelijke vrijheid” die het Spinozisme biedt is niet meer dan
de erkenning van de noodzakelijkheid: het begrip van eenheid met de wereld. De “vrije
geest” ziet de noodzakelijkheid van wat gebeurt, maar kan die nooit doorbreken.
Dat is geen echte vrijheid, maar gebondenheid ofwel een paradox: vrijheid als
(er)kennen van de determinatie.
4. Bevrijding van de affecten is eigenlijk een illusie – impliceert de metafysische veronderstelling dat de mens “een tweede zelf” zou kunnen openen: een zelf in zich en een naast zich, en dat lukt niet. Determinatie door affecten is onvermijdelijk.
En zo komt Kolakowski tot het bestempelen van het Spinozisme als een “failliete filosofie” met een escapistische vrijheidsgedachte. Maar “een hoogst zinvolle mislukking”, want verschaft inzicht in de mens, zijn wereld en zijn verlangen en is zo een belangrijk moment in de ideeëngeschiedenis.
* * *
Ik kwam in het bovenstaande niet tussenbeide en gaf Kolakowski
samenvattend weer uit de ook al samenvattende weergave van Alicija Gescinska.
Bij Kolakowski vinden we geen nieuwe interpretatie, maar een scherpe
verwoording van de moeilijkheden en de al veel besproken paradoxen bij Spinoza.
Overigens beperkt Kolakowski zich vooral tot de Ethica en lijkt hij weinig moeite te doen Spinoza’s politieke geschriften
serieus in zijn analyse te betrekken.
Of Spinoza een (uit)zicht op de werkelijkheid biedt, hangt sterk af van de behoeften
en (al bestaande) neigingen en ideeën die de beoordelaar zelf heeft. Dat
Spinoza niet voldoet aan de verwachtingen van Kolakowski, ligt waarschijnlijk
minder aan Spinoza dan aan de verwachtingen van Kolakowski, die kennelijke wél een
finale orde in de wereld ziet, die een andere vrijheidsopvatting heeft, en voor
wie het demonische (het objectieve kwaad) en het sacrale (iets van objectieve
waarde) zaken zijn die hij in zijn bagage meedraagt. Je hoeft de interpretatie
van Kolakowski niet definitief af te wijzen: je kunt je voordeel ermee doen hoe
scherp hij de paradoxen en moeilijkheden of zelfs “onmogelijkheden” van het Spinozisme
weet te verwoorden. Hij blijft het lezen waard – je hoeft er niet van
ondersteboven te raken. Ik hoop dat toch nog ooit een Engelse vertaling van
zijn boek over Spinoza zal verschijnen.
_________________________
Als toegift [Spinoza wordt ook even vermeld in:]
Kołakowski: Great Encyclopædia of Philosophy and Political Science
Op Youtube gepubliceerd op 23 jun. 2012
"Not too many people have the time for extensive study of philosophy and political science. So why not make it easier for everyone by presenting this Great Encyclopædia. Note that the entries are arranged in alphabetical order just like in any other encyclopedia; however this is not one of those silly old-fashioned alphabets, but rather a modern deconstructionist one. Everybody will easily understand its merits."
This article by Leszek Kołakowski (1927-2009) was first published in Polish in the Cracow weekly "Tygodnik Powszechny" in 1992, and lost nothing of its bite since. It has been translated into English for the first time by Frank L. Vigoda. In a truly postmodernist fashion (see the appropriate entry) Theatre Vigoda liberally used images found on the internet to illustrate the text.


Reacties
Carel Peeters heeft in VN van 2 febr. 2015, "Een filosoof langs de rand van de afgrond", een interessante beschouwing over Leszek Kolakowski, mede n.a.v. dit boek met bijdragen van Jacques De Visscher, Alicja Gescinska en Guido Vanheeswijck
http://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/Een-filosoof-langs-de-rand-van-de-afgrond.htm
Stan Verdult 07-02-2015 @ 13:06